Tapijten
Het woord tapijt is afkomstig van het Perzische woord (تافته) tafta dat geweven betekent. Het Perzische tapijt is het meest bekende tapijt, met de hand gemaakt uit Perzië/Iran.
Het knopen van een tapijt is een tijdrovend werk, een 300×400 cm groot tapijt met een knoopdichtheid van 500.000 knopen per vierkante meter beslaat ongeveer 600 werkdagen.
De twee meest voorkomende knopen worden symmetrische knoop en asymmetrische knoop genoemd. Een bekwame wever kan ongeveer 8.000-12.000 knopen leggen op een achturige werkdag. Tussen de rijen met knopen worden een of meer inslagen geplaatst om de knopen veilig te stellen.
Om hun werk te ondersteunen hebben de wevers enkele eenvoudige gereedschappen: een mes met een haak, scharen en een zware kam, gemaakt van hout en metaal. Met behulp van deze gereedschappen worden de rijen met de knopen en de inslag samengevoegd.
De knoop dichtheid is van groot belang voor de duurzaamheid van de tapijten: maar de omstandigheden variëren. Als het weven klaar is wordt het tapijt afgesneden van het weefgetouw. Later wordt de pool getrimd met scharen, de franjes worden vastgezet en de zijkanten worden gehecht. Naderhand vindt de nabehandeling plaats met polijsten, wassen, drogen en eventueel reparaties.
De gebruikte materialen zijn wol, zijde en katoen. Soms worden andere vezels gebruikt zoals jute, dit zijn echter hoge uitzonderingen.
Foto’s van tapijtjes zijden fluweel. Verzameling collectie Ria van Els – Dubelaar.